Hoe pak je storytelling best aan in social profit en overheid? De deelnemers van de opleiding gisteren zetten zelf enkele tips voor hun collega’s op een rijtje.
De opleiding Storytelling voor social profit en overheid van deze lente zit erop (de volgende opleiding vindt plaats in oktober). Op het eind van de dag – het was een online-opleiding, als gevolg van de coronamaatregelen – vroegen we de deelnemers wat ze meenemen naar hun organisatie. We bundelden de antwoorden tot 6 tips.
1. Geef je held een doel
“Op het schema (storycanvas) zie je goed dat de held op het eind van het verhaal weer een evenwicht moet bereiken”, zegt een deelnemer. “Dat is wat wij ook willen bereiken met de mensen waarvoor we werken.”
Je publiek heeft niet veel tijd voor je verhaal, het moet meteen weten waarover het gaat, wat de rode draad is, wat het doel is van je held: het evenwicht herstellen. Het storycanvas van Verhalenmakers biedt jou een houvast bij de voorbereiding van je storytelling. En het biedt jouw publiek een houvast omdat het meteen ziet waar de held naartoe wil.
2. Kies echte mensen als helden
“Je moet echte mensen een verhaal laten vertellen”, zegt een andere deelnemer. “Je kunt niet faken. Het echte verhaal is altijd beter dan iets wat je zou bedenken. Zo maak je het verhaal heel menselijk.”
Storytelling draait rond identificatie: je doelgroep moet zich met je held(in) kunnen vereenzelvigen. Met echte mensen lukt dat makkelijker. Nog makkelijker wordt dat wanneer de held(in) uit de doelgroep zelf komt.

3. Kies een held met obstakels
“Een filmpje of een tekst mag niet enkel iemand zijn die zijn mening vertelt. Er moeten verschillende obstakels overwonnen worden. Het is dat wat het publiek geboeid houdt. Daardoor blijft het volgen en is het mee met het verhaal”, zegt een derde deelnemer.
Je hoofdpersoon wordt pas interessant als hij obstakels moet overwinnen. Het eerste obstakel geeft je held een doel, er ontstaat een spanningsboog in je verhaal.
4. Storytelling toont concrete actie
“Als je een verhaal vertelt, moet je de kleine stappen benadrukken, je moet die concreet maken”, zegt een vierde deelnemer.
Storytelling draait rond verbeelding. Je publiek moet zich kunnen voorstellen wat er gebeurde. Toon daarom de concrete acties die je held uitvoert, leg zo weinig mogelijk uit waarom hij die acties onderneemt. Als je iemand interviewt voor je verhaal, moet je vooral vragen wat er precies gebeurd is, wat hij precies gedaan heeft.

5. Storytelling als locomotief
“We moeten minder uitleggen in een verhaal”, zegt een deelnemer. “Begin je communicatie met een verhaal en laat je uitleg dan pas volgen.”
“Dat is wat mij ook het meeste is bijgebleven”, vult een andere deelnemer aan. “De radicaliteit van het verhaal. Vertel het verhaal in zijn pure vorm. Vermijd de eigen interpretaties, of het instrumentaliseren van de inhoud.”
Storytelling kun je overal toepassen in je communicatie. Gebruik je verhalen telkens als een locomotief. Begin met een verhaal, dan krijg je meteen een goede connectie met je publiek. Gebruik die connectie om nadien je “droge” informatie te serveren.
6. Wees niet te snel tevreden
“Het is zeker nodig om zorg te besteden aan je verhaal”, besluit een deelnemer. “Ik ben daarom heel dankbaar voor het storycanvas, en de oefeningen die we daarmee gedaan hebben. Wees niet te snel tevreden, blijf zoeken naar waar het verhaal nu echt over gaat.”
Met dank aan Pierre Charlot, Ilse Van Steenlandt, Justine Rooze, Jadrana Demoen, Liesbeth Fiems en Ben Verstreyden voor de tips.
Wil je zelf aan de slag gaan met storytelling? Verhalenmakers maakt niet alleen verhalen, we helpen je ook verhalen maken, onder meer via opleidingen storytelling.