Podcasts zijn dit jaar aan een flinke klim bezig. Dat zie je ook in social profit.
Zes maanden geleden signaleerden we podcasts als een van de 5 storytelling-trends om in de gaten te houden voor 2020. Dat dringt nu snel door in social profit, merken we.
We kwamen net deze mooie podcast van De ZorgSamen tegen, een organisatie die rond veerkracht in de zorg werkt. Artsen vertellen hoe ze in het rood zijn gegaan in de coronacrisis. Het interview duurt 21 minuten.
Podcasts in musea
In de cultuursector is Museum M een podcast-pionier. Moving Henry vertelt over de verhuizing van het praalgraf van Hendrik I in de Leuvense Sint-Pieterskerk. De 5 afleveringen duren elk 20 tot 25 minuten.
Musea lenen zich natuurlijk uitstekend tot podcasts. Zeker als ze een audiotour hebben, kunnen ze een deel daarvan als podcast publiceren. Die kunnen ze gebruiken in de aanloop naar het bezoek, om publiek te lokken, of om het bezoek voor te bereiden. Nadien kan het publiek het bezoek nog eens herbeleven.
Paul Verhaeghe
Ook politieke organisaties ontdekken stilaan de podcast. De groene denktank Oikos publiceerde bijvoorbeeld dit gesprek van Dirk Holemans met de bekende psycholoog Paul Verhaeghe over de economie van de toekomst. Het gesprek duurt 20 minuten.
14 procent luistert naar podcasts
Vorig jaar luisterde al 14 procent van de Vlamingen minstens maandelijks naar een podcast, bleek uit de jaarlijkse Digimeter. Daarmee “bereikt ook deze mediavorm stilaan het omslagpunt vanaf waar het plots snel zou kunnen gaan”, stelden de onderzoekers.
De meeste podcasts bereiken de Vlaamse luisteraars nog steeds via websites (52 procent). “Maar het valt op dat platformen als Spotify (27 procent), Apple (20 procent) en Google (12 procent) hier alsmaar belangrijkere gatekeepers worden”, meldde de Digimeter.
Wil je zelf podcasts gaan maken? De komende maanden vinden opnieuw verschillende podcast-opleidingen plaats. Deze eerstvolgende, op 2 juli, is een online-opleiding met podcast-maker Sara Logghe.
Precies honderd jaar geleden schilderde Théodore Géricault zijn beroemde Vlot van de Medusa. Nu pas weten we wie de zwarte man is die daar zo heftig om hulp zwaait. Een mooi voorbeeld van hoe musea steeds nadrukkelijker storytelling omarmen.
Olympia van Manet.
Musea zitten op bergen verhalen, misschien nog meer dan andere organisaties. Je hebt de verhalen over wie de objecten heeft gemaakt die in het museum te zien zijn. Over wie het museum zelf gemaakt heeft ook, en over de makers van zijn tentoonstellingen – geknipt materiaal voor achter-de-schermenverhalen.
Je het verhaal dat als een rode draad door een tentoonstelling loopt natuurlijk. Uitgekiende storytelling kan het verband tussen de meest uiteenlopende objecten blootleggen.
Musea tonen mensen
En dan heb je een bijzondere categorie: de verhalen van mensen die zijn afgebeeld in het museum, op foto's en video's, in beeldhouwwerken en op schilderijen.
De jongste tijd zie ik steeds vaker tentoonstellingen met die insteek. Wie zijn de mensen op het schilderij? Hoe komen ze daar terecht? Wat is hun band met de kunstenaar?
Om van een kunstwerk te genieten hoef je het misschien niet allemaal te weten. Maar het zijn vaak verhalen die de moeite waard zijn om te vertellen. Zeker als het om mensen gaat wier verhalen te lang verzwegen zijn.
Het zwarte model
Laatst was ik in het Musée d'Orsay voor Le modèle noir de Géricault à Matisse, een baanbrekende tentoonstelling over vergeten zwarte mensen die in wereldberoemde kunstwerken te zien zijn – en niet zomaar als figurant te zien zijn maar prominent.
Denk aan de vrouw die bij het bed van de naakte Olympia (1863) van Manet staat. Ze heette Laure, vertelt de tentoonstelling. Weinig is over haar bekend, zelfs haar achternaam niet. Maar alles wat wel te achterhalen viel, bracht het museum samen in een verhaal, samen met andere schilderijen waarop Laure te zien is.
Ze blijkt een verpleegster geweest te zijn die bijkluste als model. Rijk is ze niet geworden van haar centrale rol in Olympia. Uit rekeningen blijkt dat ze in een armoedig flatje in het elfde arrondissement van Parijs woonde.
Het vlot van de Medusa van Géricault.
Het Vlot van de Medusa
Van een ander zwart model, Joseph, viel iets meer te weten te komen. Hij is eveneens prominent te zien op een icoon van de Franse schilderkunst: Het vlot van de Medusa (1818-19) van Théodore Géricault.
Hij is de man die, hoog boven de anderen uittorenend, met een doek om hulp zwaait. Zijn krachtige bewegingen en donkere huidskleur contrasteren sterk met de andere, lijkbleke schipbreukelingen, die meer dood dan levend zijn.
Van acrobaat tot model
Joseph werd rond 1793 geboren in Haïti, toen nog de Franse kolonie Saint-Domingue. Hij arriveerde rond zijn tiende in Marseille, ging als acrobaat in Parijs werken en werd daar door Géricault ontdekt, die hem als model inzette.
Ook andere schilders vereeuwigden Joseph, onder meer Ingres. Hij was zelfs een tijdje een van de vaste modellen van de Parijse kunstacademie. En hij werd daar beter voor betaald dan Laure.
Joseph, in een schets van Géricault.
Impact van storytelling
Géricault zelf legde Joseph meermaals vast op doek. Ook de schetsen kregen een plaats in de tentoonstelling. Een terechte keuze. Met elk feitje, elk beeld dat wordt teruggehaald, krijgt het verhaal van Joseph meer vorm en wordt de anonieme figuur een mens van vlees en bloed – dat is wat storytelling op de eerste plaats doet.
De impact van de tentoonstelling was dan ook groot. De critici waren enthousiast. "Eindelijk staat die andere vrouw op Manets schilderij Olympia centraal", kopte De Morgen. Sommige kunstwerken kregen dankzij Le modèle noir zelfs een andere naam.
En wij, kijken we nu anders naar Olympia en Het Vlot? Ja. Een kunstwerk is niet alleen een object dat we mooi of lelijk vinden. Het is ook een kruispunt van verhalen. En verhalen bepalen hoe we kijken naar de wereld. Aan de musea om zoveel mogelijk van die verhalen en van de mensen die er een rol in spelen van de vergetelheid te redden en aan hun publiek te tonen. Als het om mensen gaat wier verhaal al te lang verzwegen werd, is dat zelfs een plicht.
Joseph, in een andere schets van Géricault.
Wil je zelf aan de slag gaan met storytelling? Verhalenmakers maakt niet alleen verhalen, we helpen je ook verhalen maken, onder meer viaopleidingen storytelling.
Ineens, zonder dat ik het gepland had, stond ik tussen de dinosaurussen. En in dat prachtige Museum voor Natuurwetenschappen besefte ik andermaal: geen verhaal zonder tijdlijn. En vooral: geen tijdlijn zonder verandering.
Arkhane, de nieuwe gast.
Ik wilde vorige week eigenlijk alleen maar even naar Brussel voor een lunch – met Helga Basteleurs en Kurt Jacobs van de Gezinsbond, twee keien van communicatiemensen, met het hart op de juiste plaats, collega's die ik al veel te lang niet meer had gezien.
Het plan was: na de lunch met de metro terug naar Brussel-Zuid, meteen weer op de trein naar Gent. Maar toen bedacht ik ineens dat ik me vlak bij het Museum voor Natuurwetenschappen bevond. En dat ze daar sinds kort een nieuwe gast hebben, Arkhane, een 150 miljoen jaar oude allosauriër. Die wilde ik wel even gaan begroeten.
Galerij van de Evolutie
Veel tijd had ik niet, maar een half uur, dat kon er wel af. Voor ik het wist, waren er twee uur voorbij.
Het museum heeft – heel slim – Arkhane halfweg de Galerij van de Evolutie opgesteld. Die enorme zaal heb ik altijd wat verwaarloosd, telkens opnieuw blijf ik bij die betoverende iguanodons van Bernissart in de centrale zaal hangen. Maar nu moest ik er wel heen, voor de nieuwe gast.
De Galerij van de Evolutie.
De Galerij van de Evolutie vertelt het verhaal van het leven op aarde, van het prilste begin, honderden miljoenen jaren geleden, tot vandaag, van de eerste bacteriën, over de dinosaurussen, tot de dieren waar de mens zelf zijn stempel heeft op gedrukt. Het is één stoet van skeletten, fossielen en vreemdsoortige afbeeldingen.
Termen als Cambrium, Devoon, Carboon, Jura en Eoceen vliegen je om de oren. Welbeschouwd een ver-van-mijn-bed-show, tenzij je een geoloog of iets van die strekking bent. 99 procent van het verhaal speelt zich honderdduizenden, miljoenen jaren voor de komst van de eerste mensachtige af. En toch zit je meteen in het verhaal. Dankzij de tijdlijn.
Tijdlijn
Al in het gangetje dat je naar de Galerij van de Evolutie leidt, lees je waar je bent. -3800 miljoen jaar staat er, in koeien van letters. Daar begint het dus. Zelfs al kunnen we ons die 3,8 miljard jaar niet voorstellen, het voelt vertrouwd. Omdat je in het begin van elk verhaal een tijdsaanduiding verwacht. (Er was eens, heel lang geleden … )
En omdat je weet dat je verderop in het verhaal een nieuwe tijdsaanduiding mag verwachten, een nieuw blaadje op de scheurkalender dat de held wat verder op de tijdlijn doet belanden.
Ook hier is dat het geval. Om de twintig passen krijg ik een nieuw jaartal voor de voeten. Bij –542 miljoen jaar kom ik het Cambrium binnen, bij -200 miljoen jaar het Jura, bij -10.000 jaar zowaar al het heden. De held van dit verhaal is geen mens natuurlijk, die krijgt op het eind even een figurantenrol, in deze galerij is het leven zelf de hoofdpersoon.
Het begin van de Galerij van de Evolutie.
Verandering
Maar een tijdlijn op zich volstaat niet. Hij werkt alleen maar als er bij elke tijdsaanduiding iets verandert.
Verandering is een van de basisingrediënten van storytelling. Op het einde van elk verhaal moet de held veranderd zijn. Het is de voortdurende verandering onderweg naar dat eindpunt die ervoor zorgt dat je publiek je verhaal blijft volgen. Anders stapel tijdstippen op en valt je publiek in slaap.
Dat heeft dit museum zeer goed begrepen – met een naam als de Galerij van de Evolutie heeft deze zaal natuurlijk een reputatie te verdedigen. Bij elk jaartal krijg je te lezen wat er op dat moment verandert. "542 miljoen jaar geleden ontwikkelden de geleedpotigen voor het eerst ogen", lezen we ergens in het begin. Halfweg, vlak bij Arkhane, staat: "252 miljoen jaar geleden verdwenen plotseling 95 procent van de soorten."
Een van de videoschermen met bewegende tijdlijn.
Die nadruk op verandering wordt nog duidelijker op de videoschermen. Die laten voor elke periode, zelfs voor de komende 50 miljoen jaar, zien hoe de hele planeet er toen uitzag, of straks zal uitzien.
En vooral: je ziet het veranderen terwijl je erop staat te kijken. Terwijl bovenaan de tijdbalk naar rechts schuift, miljoenen jaren tegelijk in minder dan een minuut, zie je de continenten van elkaar wegdrijven en merk je hoe wisselende temperaturen het aardoppervlak van kleur doen veranderen.
Pageturner
Het verhaal van de evolutie speelt zich hier voor je ogen af. Het mag zich dan allemaal onwezenlijk ver mijn bed afspelen, je beleeft deze galerij als een pageturner.
Arkhane en co hebben mij vandaag opnieuw doen beseffen: een verhaal werkt alleen maar als je het publiek een tijdlijn als houvast geeft – en die tijdlijn werkt alleen maar als elke tijdsaanduiding voor verandering staat.
Wil je zelf aan de slag gaan met storytelling? Verhalenmakers maakt niet alleen verhalen, we helpen je ook verhalen maken, onder meer viaopleidingen storytelling.